
Zaterdag 5 juli werd Zandvoort opgeschud door drie bloedstollende races in de Westfield Cup. Peter Tunissen won nipt voor Eric Sliphorst, terwijl het hele veld vocht om iedere meter van de duinenbaan. Guus Heling stond op de laatste podiumplaats.
Onder wisselende zomerse omstandigheden gaven de coureurs gaven het publiek alles: inhaalacties, slipstreamduels, technische tegenslag en een aantal verrassende uitslagen.
Niet vlekkeloos
Peter Tunissen bleek de meest constante van het veld. Met een totaal van 113 punten pakte hij de dagwinst. Zijn dag begon echter allesbehalve vlekkeloos. “Het begon dramatisch. Er was nachtenlang gesleuteld aan de auto na een ongevalletje twee weken geleden. En in de kwali rookte de motor zoveel dat ik dacht aan vervanging,” vertelde Tunissen. Ondanks deze tegenvaller wist hij knap te herstellen en kon hij uiteindelijk terugkijken op een geslaagde racedag. Race 2 mondde uit in een rondenlang gevecht met Eric Sliphorst dat uiteindelijk met een fotofinish werd afgesloten.

Eric Sliphorst werd tweede met 112 punten, op slechts één punt van Tunissen. Hoewel hij 2 keer nèt onder de finishvlag werd geklopt was de winst in race 2 een mooi moment. De vraag is of hij nu de leiding in het kampioenschap overgenomen heeft van Guus Heling.
Auto knuffels
Richard, ofwel pa Heling eindigde als vijftiende met 62 punten. Hij gaf aan dat hij zich goed vermaakt had, lekker had geracet en vooral blij was dat zijn auto weer in één stuk mee naar huis kon. Heling vocht in spannende duels met oa Mark Simons en wist aan het langste eind te trekken. Wèl had hij een korte knuffel met Dirk Bonenkamp, die in de pits werd afgedekt met duct-tape.

Dirk Bonenkamp werd tiende en reed solide races. Hij omschreef zijn dag als langzaam begonnen maar redelijk geëindigd. “Twee man buitenom in de Tarzan, dat geeft wel ’n kick! ,” zei hij over een van zijn inhaalacties. Zijn hoogtepunt: “Dat ik nu ook een nieuw rechterachterspatbord nodig heb.”
Snelle Jelle’s
Robert Andriessen zelf eindigde net buiten het podium op plek vier met 102 punten. Zijn constante optreden hield hem in de top van het klassement. Jan French maakte de top vijf compleet. “Fijn om na kort blessureleed weer te racen. Ik had een goede kwali en kon in de races mee met de Snelle Jelle’s!”
Sander Dullaart kende een wisselvallige dag. “Het was een dag van diepte- en hoogtepunten. Tijdens de kwali sliep ik nog: P9. Maar ik wist in race 1 toch de winst te pakken. In race 2 had ik Jan en Francois in één keer te pakken inclusief een rokend binnenwieltje, maar het dieptepunt is simpel: technische problemen. Mijn bak zit vast in 4 en wil er niet meer uit. Van P3 naar P12 teruggevallen, en de laatste race niet kunnen rijden.”

Hopeloze valse start
Willem Vriend was kort en krachtig in zijn beoordeling: “Hopeloos.” Dieptepunt was 2x een valse start en zelf een kort contact met Rover Dullaart die ook te snel weg was. Hij finishte als 23e en wisselde daarna stuivertje met Rover in het achterveld en had daar toch wel weer veel plezier in. Ook het gesprek met de wedstrijdleiding (over de valse starts) viel mee. “Goede kerels daar.”
Ook Sergey Kuks had een gemengde dag. “Mooi,” vatte hij zijn algemene ervaring samen. Hij zat in een intens gevecht met Edwin Weesie en Pier Claeijs maar kreeg een tijdstraf van vijf posities. “Een dieptepunt,” zoals hij het zelf omschreef.
Edwin Weesie had niet z’n beste dag. “De hele dag alleen maar verdedigen, daar word je wel moe van.”
De strijd in het middenveld was hevig, met opvallende prestaties van onder andere Floris Dullaart, Francois Claeijs, Lennart Hiemstra en Lex Peters.

En die sfeer
De sfeer in de paddock na afloop was zoals altijd ontspannen. Er werd gelachen, gesleuteld, gegrild en vooral: teruggekeken op een enerverende dag vol racetempo, strategie en sportiviteit. De Westfield Cup liet opnieuw zien waarom deze klasse zo geliefd is — bij coureurs én publiek. Zandvoort werd een toneel van motorsport op het scherpst van de snede, waar elke bocht telt en elke fout genadeloos wordt afgestraft.
Next: TT Circuit Assen
Met het oog op de volgende ronde op Assen is het kampioenschap nog helemaal open. De top zit dicht op elkaar, de onderlinge rivaliteit groeit en nieuwe namen dienen zich aan. Eén ding is zeker: dit seizoen wordt een klassieker.