fbpx

Raceverslagen

RACEVERSLAGEN

26 maart 2016: Circuit Park Zandvoort. 29 en 30 april 2016: Dijon-Prenois. 12 juni 2016: Circuit Park Zandvoort. 6 augustus 2016: SuperRaceWeekeind Circuit Park Zandvoort. 7 september 2016: TT Circuit Assen. En als laatste, 13 oktober 2016: Circuit Zolder. Daar gaat het kampioenschap beslist worden. In het begin van het jaar had elke toprijder wel een moment dat het minder liep, waardoor de spanning meteen in het kampioenschap zat om nooit te verdwijnen. Na de tweede race greep Willem Vriend de leiding, maar Lex Peters bleef op korte afstand volgen. Beide heren hebben in Zolder nog alle kans om de titel te grijpen. Bij de sponsorloting aan het begin van het seizoen is de naam van Gerrit Liebrecht aan dit evenement gekoppeld, maar met een grootmoedig gebaar schenkt hij dit aan Against Cancer.

 

De zomer van 2016 suddert in Zolder nog een beetje door. De gehele dag is er stralende zon, zonder de hitte van de afgelopen maanden. Het maakt het voor twee debutanten in het veld een beetje makkelijker om niet meteen in de regen te moeten rijden: Yves Deplus start onder de vleugels van het team van Hans Wellink Race Experience en Johan Berendse maakt zijn eerste cupmeters bij Comgra. Een veld van maar liefst twintig Westfields begint aan de vrije training op deze dag op het circuit van Zolder. Aangezien deze dag als ‘geluidsdag’ te boek staat is het ook voor de Westfields mogelijk het circuit aan te doen. Willem Vriend is de rijder die het veld leidt, maar al in de eerste ronde van de vrije training is het Lex Peters die hem voorbij steekt. Jan Frensch merkt dat de eerste bocht op het circuit, toepasselijk genaamd ‘Earste’ lastiger is dan deze in eerste instantie lijkt en hij gaat wijd, zonder gevolgen. Een ronde verder gebeurt het Jan opnieuw, maar ook ditmaal kan hij zijn weg vervolgen. Patrick Boxem passeert Eric Janssen, die voor deze race in de felgele #40 Westfield (met de bijnaam Wespfield) is gestapt. Willem Vriend rijdt zijn ronden, maar met Lex Peters vlak in zijn buurt. Eric Janssen begint de snelheid te vinden want hij haalt zijn teamgenoot Yves Deplus in door hem netjes uit te remmen bij de Earste. Frank Hoekstra gaat ook wijd in die bocht, maar in tegenstelling tot Jan Frensch blokkeert Frank zijn voorwielen, schiet rechtdoor en komt in het grind terecht. Het kost hem enige moeite, maar hij slaagt erin om door de grindbak te komen en zijn weg te vervolgen.

 

De stof van het uitstapje van Frank is net opgetrokken of een luid gepiep is te horen. Lex Peters verremt zich op grootse wijze en ploegt rechtdoor het grind in. In plaats van het stuur om te gooien en te riskeren dat de velgen in het grind happen, stuurt Lex rechtdoor tot het einde van de grindbak om via de escaperoad terug op de baan te komen. Luc Brandts heeft ook moeite om de Earste bocht te komen omdat ook hij te wijd gaat en hij moet van het gas af om de bocht correct te ronden. Debutant Johan Berendse heeft geen van deze problemen, maar gaat daarentegen te langzaam door de bocht. De aanstormende Willem Vriend en Jan Frensch moeten beiden van het gas en uitwijkende acties ondernemen. “Gewoon de auto laten lopen,” zegt Lex Peters na het vallen van de finishvlag, “dan kun je blijven rijden en uit de grindbak komen.” Rainer von Klier is tevreden: “Goed,” zegt hij, “superbaan, ik heb plezier. De auto is goed.” Ook bij John Hoogland is er tevredenheid: “Het gaat lekker,” zegt John, “het is een superleuk circuit. Er is bij mijn auto een nieuwe versnellingsbak gemonteerd omdat bij de vorige race de auto steeds uit de derde versnelling schoot; dat deed veel goeds, maar het gebeurt nu nog steeds. Daarom monteren de mannen van RAEK Racing een nieuwe versnellingsbaksteun en dan moet het goed zijn.” Voor Jan Hup is het ook een debuut. “Ik kom hier al 1975 als toeschouwer en dit is de eerste keer dat ik hier als rijder ben. De baan is nog koud, de banden zijn nog koud maar gaandeweg gaat het beter. Ik had wel een keer de zon in mijn ogen en miste zo een rempunt.” De vraag rest alleen nog wie er nu het snelste was in de vrije training. Een technische storing bij de tijdwaarneming zorgt ervoor dat er geen chocola te maken is van de stroom met data die de diverse transponders naar de ontvangende computer stuurden.

 

Het eerste wapenfeit van de tijdtraining komt op naam van Luc Brandts die zijn voorwielen blokkeert bij het aanremmen van de Earste bocht. Voor Daniël Sandifort begint een kleine lijdensweg. Bij elke keer dat hij door de Earste bocht wil wordt hij geteisterd door onderstuur. “Daar moeten we nog aan werken,” zegt Daniël na de sessie. Jan Hup gaat ook wijd in die bocht en raakt met de buitenzijde van zijn banden net het zand naast de curbstone, maar hij kan verder. Ronald Lenters heeft nog een momentje als hij teveel over de binnenste curbstone van de Earste bocht rijdt. Zijn #77 verplaatst zich naar rechts, maar Ronald houdt de auto onder controle. Het is mooi om te zien hoe verschillende rijders hun eigen wijze hebben om deze Earste bocht te ronden. Hans Wellink laat de auto door de bocht rollen, om bij de curbstones op het gas te gaan. Willem Vriend houdt juist het gas vast om langzamer te versnellen. Het lijkt er van buiten op alsof Hans meer snelheid meeneemt. Teveel snelheid wordt er door Johan Berendse want hij spint bij het uitkomen van de bocht. Willem Vriend pakt de Pole Position met een grote voorsprong van maar liefst anderhalve seconde voor Lex Peters. Hans Wellink is derde voor Jan Frensch. “Het is fantastisch weer,” zegt Jan, “ik ben zeven kilo aan gewicht verloren. Het is een erg leuke baan en Jan Stakenburg heeft uitstekend werk verricht om de auto te prepareren,” zo vult hij aan. Uiteraard is Willem Vriend tevreden: “Pole! Ik ging als een raket,” zo zegt de leider in het kampioenschap, “Hans kroop eerst nog voor, maar hij maakte een foutje en toen kon ik er langs. Daarna heb ik alleen maar snelle ronden gereden. Het baantje zit nu in mijn hoofd.” Lex Peters vertelt over zijn sessie: “Ik ging te enthousiast in de eerste twee ronden, daarna ging het goed. Ik ken alleen de baan nog niet zo goed. Het is erg leuk, erg gezellig.” Ron Plekkinga is een tevreden rijder: “Ik rijd een keer niet achteraan,” zegt hij, “het lijkt hier meer op zijn plaats te vallen dan in Zandvoort.”

 

Willem Vriend start van Pole Position, maar als het veld bij de eerste bocht aankomt is het Lex Peters die de leiding in handen heeft. Voor Rainer von Klier wordt het lastiger; zijn spin in de eerste bocht zorgt ervoor dat hij achteraan moet aansluiten en aan een inhaalrace kan beginnen. Hoewel Lex als eerste de Earste bocht in dook, is het bij het passeren van Start/Finish alweer Willem Vriend die op kop ligt terwijl Lex en Hans Wellink in duel zijn om de tweede plaats. Rainer von Klier heeft alweer aansluiting gevonden bij de staart van het veld en weet Ron Plekkinga te verschalken bij het uitkomen van de Lucien Bianchibocht. Willem rijdt meteen een gat los naar zijn achtervolgers, waarbij Lex en Hans naast elkaar richting de Earste bocht gaan, met Lex aan de gunstige lijn aan de binnenkant. Datzelfde kunstje herhalen ze een ronde verder, weer gaan ze zij aan zij naar de eerste bocht toe maar ook naast elkaar naar de Sterrewachtbocht waarna Lex voorop ligt. Bij het uitkomen van de Bianchibocht kruipt Hans vanuit de slipstream weer naast de #3 van Lex, maar laatstgenoemde weet de positie ook bij de Klein Chicane te behouden.

 

In de zesde ronde heeft Willem Vriend een comfortabele voorsprong opgebouwd. Achter hem vechten Hans Wellink en Lex Peters nog steeds om de tweede positie. Hans remt later bij de Earste bocht, maar Lex duikt achter hem langs om een betere lijn te rijden. Hierdoor is er even contact tussen beide auto’s. Op dat moment is Hans de motorkap van zijn auto al kwijt. Eric Janssen spint zijn #40 Wespfield in de Earstebocht en veroorzaakt een domino effect. Frank Hoekstra moet plots van het gas af en spint ook en Yves Deplus moet voor beiden uitwijken en vind slechts de grindbak als beschikbare optie. Willem Vriend rijdt inmiddels eenzaam en alleen op kop. Het duellerende duo Lex Peter en Hans Wellink heeft intussen ook een voorsprong opgebouwd naar Ronald Lenters, maar toch zien we Ronald in de achtste ronde ineens als tweede voorbij komen, op ruime achterstand op Willem Vriend. Hans Wellink volgt met Jan Frensch dicht in zijn buurt. Lex Peters ontbreekt: “Ik had een heel hard gevecht met Hans en hij raakte me van achteren bij de chicane. Daardoor ging ik rond en kwam ik vast te zitten in het grind. Erg jammer.” Patrick Boxem probeert intussen of hij langs Eric Janssen kan komen. Nadat Jan Frensch er in geslaagd is om langs Hans Wellink te komen komt er in de kop van het veld rust. Willem Vriend leidt met een grote voorsprong op Ronald Lenters. Jan Frensch volgt op afstand en rijdt een gat los naar Hans Wellink. Yves Deplus en Max Snoeck zorgen daarom voor spanning, hun duel is vlak achter Willem Berendse en de drie zullen de rest van de race binnen een seconde van elkaar blijven. Rainer von Klier heeft zich weten te herstellen na zijn spin in de eerste ronde en is opgerukt naar de zevende positie, maar John Hoogland is het niet eens met de opmars van de #36 en blijft proberen de plek te heroveren. In de tiende ronde ligt Rainer voor, maar in de elfde is het John die voor Rainer rijdt. Rainer kijkt of er in de Earste bocht voldoende ruimte is, maar John sluit de deur. Achter hen rijdt het groepje Eric Janssen, Patrick Boxem, Max Snoeck, Willem Berendse en Yves Deplus dicht bij elkaar, een foutje zal meteen positieverlies betekenen. In de veertiende ronde is het Rainer gelukt om langs John te komen; in zijn ijver de verloren positie te heroveren verliest John de #30 bij het uitkomen van de Bianchibocht: “Ik verloor hem gewoon,” zegt John erover, “misschien reed ik te dicht achter Rainer. Toen ik erlangs wilde verloor ik hem.” Willem Vriend wint de race, met een gigantische voorsprong van meer dan acht seconden op Ronald Lenters. Jan Frensch wordt derde voor Hans Wellink en Daniël Sandifort. BA Motorsportrijder Jan Hup maakt de top zes vol. Bij Daniël Sandifort loopt het inmiddels beter: “Ik heb een paar bochten nu onder de knie,” zegt hij na afloop van de race, “Ik heb een beetje meer rust en dan ga je harder. Alleen is Jan Frensch nog een seconde sneller dus dat wordt de doelstelling: sneller zijn dan Jan.” Ronald Lenters is redelijk tevreden: “Jammer dat ik geen eerste ben geworden maar het was een spannende race. Ik heb kunnen profiteren van de gevechten voor me.” Voor Gerard Rooks zat de race er snel op. “Ik had net aansluiting bij het groepje met Max Snoeck, ik wilde naar de vierde versnelling schakelen en toen was het ineens afgelopen.” Rolf Pull ter Gunne van BA Motorsport onderzoekt de #53 van Gerard maar heeft geen goed nieuws: “Er zijn acht kleppen krom.”

 

Ook bij de start van de tweede race is het niet Willem Vriend die de kopstart heeft. Ditmaal is het Ronald Lenters die al eerste de Earste bocht induikt. John Hoogland schiet te ver door en neemt een route door de grindbak, niet de snelste manier om de race aan te vangen. Bij het uitkomen van de Bianchibocht zet Willem zijn auto naast die van Ronald en bij het bereiken van de Kleine Chicane ligt de regerend kampioen weer op kop. Als het veld over Start/Finish komt ligt Lex Peters, na de uitval in race 1 gestart van plek 19, alweer negende en is hij, onderweg naar de chicane, in gevecht met Eric Janssen en Rainer von Klier. Terwijl Willem Vriend weer een gat slaat naar zijn achtervolgers, is het Lex Peters die Eric Janssen uitremt bij de Earste bocht. Frank Hoekstra bedenkt dat hij dit ook kan om dit meteen te bewijzen door Max Snoeck op deze wijze in te halen. In de vierde ronde is Lex ook voorbij aan Rainer von Klier en ligt hij al zevende. John Hoogland haalt Max Snoeck in en Yves Deplus maakt van deze gelegenheid gebruik om het gevecht met Max te zoeken. Ron Plekkinga doet dan al niet meer mee: “Luc Brandts had een momentje,” zo verteld Ron, “waardoor Willem Berendse moest uitwijken en daardoor raakte ik hem van achteren. Er is vrij veel schade en we moeten kijken of het voor de derde race te herstellen is.” Terwijl Willem Vriend steeds verder uitloopt komt achter hem de groep Ronald Lenters – Hans Wellink – Jan Frensch steeds dichter bij elkaar. Ook John Hoogland en Frank Hoekstra hebben elkaar gevonden in het duel om positie. John onderneemt al een poging bij Frank bij de Earste bocht, maar vind nog geen gaatje. Max Snoeck komt wat moeizaam uit de Bianchibocht en Willem Berendse maakt meteen van de mogelijkheid gebruik door vanuit de slipstream naast de #37 te duiken en er langs te gaan. In de tiende ronde gaat Frank Hoekstra te wijd in de Earste bocht met als gevolg dat John Hoogland er binnendoor langs kan. Bezweek Frank onder de druk? Nee, zo verteld hij na de race: “De draagarm rechtsvoor is verbogen. Ik vond al dat de auto vreemd reageerde in de linkerbochten.” De Earste bocht is inderdaad naar links. Lex Peters heeft het erg naar zijn zin: “Het is leuk,” zegt hij, “van achteren starten, maar ik kwam uiteindelijk niet voorbij Jan Frensch.” Lex rijdt rondenlang achter Jan, maar ziet het gat tussen hen niet kleiner worden. Daniël Sandifort, één van de slachtoffers van de opmars van Lex, rijdt lange tijd achter de #3 ANAC Carwash MB Motorsport Westfield op positie zes, maar verliest in de twaalfde en dertiende ronde veel plaatsen. “Het spatbord linksvoor is afgebroken,” verklaard Daniël het verlies, “het bord zelf kwam op de band terecht en heeft veel rubber weggevreten. Erg jammer,” zo zegt hij, “Ik reed erg constant en zat op het vinkentouw voor de vijfde plek.” Willem Vriend verlaagt zijn tempo in de laatste ronden een beetje, waardoor Ronald Lenters op twee seconden tweede wordt. Jan Frensch wordt derde, voor Hans Wellink, maar met geluk: “Hans verloor de auto in de laatste ronde in de Jochen Rindtbocht en zo kon ik er langs. Maar het had niet veel gescheeld of ik was de auto ook kwijt geweest.” Lex Peters wordt vijfde voor Eric Janssen.

 

Zonder Gerard Rooks (motorschade na race 1), Ron Plekkinga (teveel schade na crash in race 2) en Frank Hoekstra (verbogen draagarm), zal de race van start gaan. Maar nog op de pre-grid heeft Jan Frensch de grootste problemen om zijn #68 Westfield aan de praat te krijgen. Ook het aanduwen door drie man weet geen leven in de auto te krijgen. De motorkap gaat van de auto af en er wordt op hoog tempo alle mogelijke boosdoeners gecontroleerd. De rest van het veld rijdt weg, naar de startgrid toe, maar Jan kan nog niet mee. Pas na veel werk slaat de auto aan en kan Jan naar de start toe. Omdat het hele veld intussen aan hem voorbij is moet hij achteraan starten, maar toch neemt hij zijn reguliere startpositie in. De start van de race is volgens het inmiddels geijkte principe: Willem Vriend vanaf de eerste startplek die in de Earste bocht de positie alweer kwijt is. Maar dit keer pakt hij hem niet meteen terug. Ronald Lenters is de persoon die op kop ligt en hij is in het geheel niet van plan om deze positie af te staan. Sterker nog, Jan Frensch is zelfs voorbij Willem Vriend geschoven in die eerste bocht, maar onderweg naar de Kleine Chicane probeert Willem deze plek alweer terug te pakken. Het is de wedstrijdleiding niet ontgaan dat Jan vanaf de verkeerde plek gestart is en men heeft voor hem al een doorrijstraf klaar liggen. Gelegenheid om hem uit te delen is er niet, want de technische malheur die Jan voor de start parten speelde schakelt hem al snel uit. Ronald Lenters volgt vooraan het veld het recept van Willem Vriend: met grote stappen snel thuis en hij begint een gat los te rijden. Doordat Willem in gevecht is met Hans Wellink en Lex Peters kan hij niet naar voren rijden. In de derde ronde ligt Hans tweede, maar doordat hij slecht uit de Bianchibocht komt kunnen zowel Willem als Lex zich uit de slipstream naast de #33 Westfield wurmen, onderweg naar de Kleine Chicane. Achter hen duelleren Luc Brandts en John Pronk om positie. In de vijfde ronde leidt Ronald Lenters ruim; Willem Vriend heeft plek twee in handen met zowel Lex Peters als Hans Wellink op plaats drie aangezien beiden naast elkaar rijden. De race van John Hoogland verloopt alles behalve soepel, hij is inmiddels ver achterop geraakt. Zover dat hij gelapt wordt. Willem Vriend en Hans Wellink komen John bij de Earste bocht tegen en het snelheidsverschil is zo groot dat beiden moeten uitwijken waarbij ze elkaar bijna nog raken. Daniël Sandifort komt John niet tegen, maar blokkeert zijn voorwielen en schiet door de grindbak.

 

Ronald Lenters blijft leiden, voor Hans Wellink, Willem Vriend en Lex Peters, maar bij elke ronde die verstrijkt is de slagorde anders. In de achtste ronde is het Willem op plek twee en Lex op plek drie, maar Hans op plek vier wordt bij de Earste bocht uitgeremd door Eric Janssen. Jan Hup en Rainer von Klier hebben hun eigen duel. In dat duel heeft Rainer de volgende ronde in de Earste bocht plots overstuur (snap oversteer), zo snel dat de Duitser het niet kan opvangen en hij schiet door de grindbak heen. Ronald Lenters is op kop ver weg, Willem Vriend heeft op de tweede positie een gat gereden naar zij die hem volgen. Lex Peters heeft even rust nu Hans Wellink en Eric Janssen in duel zijn om plek vier, waarbij de twee naast elkaar naar de Earste bocht rijden. Yves Deplus begint zijn draai te vinden in de cup en hij bevestigd dit door Willem Berendse in de Earste bocht in te halen, maar Willem geeft niet op. Bij het uitkomen van de Bianchibocht ligt hij weer voor. Ronald Lenters wint de race, met een marge van meer dan tien seconden op Willem Vriend. Hans Wellink wordt derde voor Eric Janssen; beiden profiteerden van een klein foutje van Lex Peters in de laatste ronde, waardoor Lex vijfde wordt. Jan Hup wordt wederom de beste BA Motorsportrijder met een zesde plek.

 

Willem Vriend pakte het punt voor de Pole Position voor race 1. Won race 1 en reed er de snelste ronde. Ook race twee werd door hem gewonnen, maar in beide gevallen was het Ronald Lenters op plek twee en in die tweede race klokte Ronald de snelste omloop. In de derde en beslissende race was het Ronald die zegevierde en ook de snelste ronde pakte, voor Willem Vriend. Dat maakt in totaal een overwinning voor Willem, maar Ronald was hem op vier punten genaderd. Hans Wellink ziet een sterk optreden beloond met de derde stek. De verrassing van de dag is Eric Janssen die degelijk rijdend zich naar de vierde positie heeft gewerkt. De plaatsen vijf en zes worden beiden door een Jan bezet: BA Motorsportrijder Jan Hup op plek vijf en Jan Frensch, podiumsponsor met EasyWash, op plek zes.

 

Met die acht overwinningen en uitstekende betrouwbaarheid is Willem Vriend kampioen geworden in de 2016 Leyton House Westfield Cup. Slechts éénmaal, in de eerste race op Zandvoort, noteerde Willem een uitval, daarna waren zijn resultaten nooit slechter dan een derde plek. Lex Peters begon het seizoen voortvarend met drie overwinningen, maar de pechduivel sloeg toe in Dijon. Een crash in de vrijrijdensessie betekende dat Lex de eerste race moest missen. Door de heldendaad van Rob Bethlehem kon hij wel in de tweede race starten om in de derde race in de regen naar een magistrale overwinning te rijden. Ronald Lenters reed voor het eerst een compleet seizoen Westfield Cup en kreeg de kers op de taart in Zolder met zijn eerste overwinning. Het punt voor de snelste ronde in die race brengt zijn seizoen totaal gelijk met de equipe Hayley Lazell/Hans Wellink, waarbij de knieblessure van Hayley ervoor zorgde dat Hans het merendeel van de races reed, maar die overwinning was voldoende om zijn beste resultaat beter te laten zijn dan dat het team in de #33. Jarno Iprenburg toonde elke race dat hij de snelheid had, maar kleine probleempjes zorgden ervoor dat het er net niet uitkwam. Een vijfde plaats in het eindklassement is zijn deel. Jan Frensch maakt, net als in het evenement van Zolder, de top zes vol.

 

Na 17 races, 6 evenementen die ons in Nederland, België en Frankrijk brachten is de Leyton House Westfield Cup ten einde. Nog op het menu staat het toetje van de cup op 4 november, de inmiddels traditionele seizoen afsluiter bij ANAC Karting in Nijmegen. Daar zullen alle prijzen plechtig overhandigd worden. Tot volgend jaar!